Nieuws

Belastingplan 2024: overige wijzigingen

In het Belastingplan 2024 zijn ook nog enkele overige wijzigingen voorgesteld. In dit artikel zetten we deze wijzigingen op een rij. Zo is er een wijziging in de belastingrente en een wijziging in de aanpak van overige fiscale constructies.

Wijziging percentages belastingrente

Belastingrente wordt door de Belastingdienst in rekening gebracht als iemand ‘te laat’ belasting betaalt. Met ‘te laat’ wordt de situatie bedoeld dat een aangifte of een verzoek voor een voorlopige aanslag niet tijdig wordt gedaan. De belastingrente wordt in rekening gebracht vanaf 1 juli na afloop van het betreffende belastingjaar. De verschuldigde belasting over 2022 wordt dus vanaf 1 juli 2023 rentedragend. Ook over de betaaltermijn van 6 weken wordt rente berekend, ook al wordt de aanslag eerder betaald.

De hoogte van het percentage aan belastingrente is aanzienlijk en gaat zelfs nog verder stijgen. Dat komt doordat de rente wordt gebaseerd op de Europese rente en die is fors gestegen gedurende de afgelopen periode. Per 1 januari 2024 wordt een nieuwe systematiek voorgesteld waarbij de rente eenmaal per jaar wordt voorgesteld. Als deze systematiek daadwerkelijk wordt geïntroduceerd, zou dit het volgende betekenen per 1 januari 2024:

  • Vennootschapsbelasting: 10% (op dit moment: 8%; maar had eigenlijk 10,5% moeten zijn op basis van de huidige systematiek)
  • Overige belastingsoorten: 7,5% (sinds 1 juli 2023: 6%; daarvoor 4%)
  • Rente voor toeslagen: 4%
  • Invorderingsrente (te laat betalen aanslagen): 4%

Aanpak overige fiscale constructies

Al langere tijd heeft het kabinet zich ten doel gesteld het grote aantal fiscale maatregelen in kaart te brengen qua effectiviteit en doelmatigheid. Om het belastingstelsel te vereenvoudigen, wil men snoeien in het aantal regelingen. Daarbij ligt de eerste focus op de aanpak van, wat het kabinet noemt, fiscale constructies. Oftewel, gebruik maken van regelingen waarvoor ze eigenlijk niet zijn bedoeld. Een aantal maatregelen uit het Belastingplan houdt rechtstreeks verband met deze aanpak.

In een aparte kamerbrief worden nog meer regelingen genoemd die op de nominatie staan om te worden aangepast. We noemen ze hier alvast, zonder exact te weten óf ze worden aangepakt en zo ja, op welke manier en per wanneer:

  • Kortdurende verhuurconstructies in de btw (zodat de btw op verbouwingsdiensten kunstmatig mag worden afgetrokken)
  • Splitsingsvrijstelling in de overdrachtsbelasting als kort daarna alsnog wordt verkocht
  • Kavelruilvrijstelling in de overdrachtsbelasting
  • Agiostorting van box 3-vermogen in een BV om het daarna direct terug te lenen van de BV
  • Baby-BV’s
  • Het te goedkoop overhevelen van goederen van een BV naar de DGA om zodoende btw te ontlopen

Bovenstaande maatregelen zijn nog niet verder uitgewerkt. Heeft u vragen over bovenstaande wijzigingen of bent u benieuwd of dit invloed op uw situatie kan hebben? Neemt u dan gerust contact met ons op. We adviseren u graag verder.

mr. Sebastian van Wijk RB

010 - 31 38 562

06 - 20 79 51 42